Luciano Narsingh was blij verrast toen hij afgelopen maandag bericht kreeg dat hij zich mocht melden voor de trainingsstage van Oranje. “Ik was thuis toen ik een sms’je kreeg van mijn trainer Ernest Faber. Mijn moeder had het ook op teletekst gezien. Het is heel mooi dat de bondscoach mij een kans geeft. Maar ik kan niet blijven teren op het verleden. Ik moet het nu ook laten zien.”

Hij geniet echter ook met volle teugen: “Voor je het weet is het leven van een voetballer voorbij. Dus kan je maar beter genieten. Dat heb ik leren inzien na mijn zware knieblessure.”

Het leven van Narsingh bestond in 2013 voornamelijk uit revalideren. “Iedere dag reed ik weer naar een zaaltje voor wat oefeningen”, weet de rechtsbuiten nog. ‘Dan ben je blij als je weer buiten mag trainen. Heel blij.”

In de beginperiode van Van Gaal was Narsingh één van de belangrijke spelers, helaas raakte hij kort daarna dus zwaar geblesseerd: “Hij was me gelukkig nog niet vergeten”, lacht hij.

Het is nog lang niet zeker dat de PSV’er mee mag naar Brazilië. Hij hoopt echter dat hij eerste reserve wordt achter Robben: “Het is aan mij om de bondscoach te overtuigen. Ik ben niet de enige rechtsbuiten. Dirk Kuijt en Quincy Promes kunnen daar ook voetballen.”