Johan Cruijff laat in zijn Telegraaf-column geen spaan heel van het Nederlands elftal. De wedstrijd tegen Turkije deed de legendarische nummer 14 ‘pijn aan zijn ogen’.

Cruijff zag naar eigen zeggen de gekste dingen. “Zo mag een spits een voorzet nooit voor zich langs laten gaan”, schrijft de oud-international. “Omdat zijn spel daar helemaal op gefocust moet zijn. Toch zag ik het vier keer gebeuren. Net als het aanspelen door die vijf verdedigers van de bal naar spelers die één linie verder staan, waardoor iedere bal weer terug werd gekaatst. Zo kwam de bal weer terecht bij spelers met minder creatieve bagage en was het elftal bezig het probleem te vergroten.”

De Amsterdammer geeft enkele spelers er persoonlijk van langs. “Depay, Wijnaldum en Narsingh, dat zou de top van de Eredivisie moeten zijn”, schrijft Cruijff. “Maar zoals ze tegen Turkije speelden raad ik ze aan nog even in Nederland te blijven. Bijna alles ging namelijk fout. Daarom vond ik het vreemd dat Clasie en Klaassen niet werden ingezet.”

Cruijff’s treurige conclusie is dat de rol van Nederland in het mondiale voetbal raakt uitgespeeld: “Ik vraag me af wanneer er eindelijk wat meer bellen gaan rinkelen. Want ook Oranje was tegen Turkije niet om aan te zien.”