Even zag het er naar uit dat er geen hoop was. Geen alternatief voor de bondscoach die zijn enige spits in de kelder van de geestelijke nood zag onderduiken. Geen enkele redding voor de betrokken Oranjefan. Arjen Robben die, na bezweken te zijn onder het ondraaglijk gewicht van de verantwoordelijkheid, in elk beschikbaar medium werd getoond als een geestelijk wrak dat de indruk wekte dat de zoektocht naar de dichtstbijzijnde hoogbouw meer prioriteit had dan zich de troost te laten aanleunen van zijn, zorgzaam kijkende, vrouw. De teleurstelling droop op een volmaakt geposeerde wijze van scherm en krantenpagina. Dit was een opdonder waarvoor een week op een onbewoond eiland niet voldoende leek. Een maand diep onder de grasmat van een willekeurig stadion leek beter. Ieder journaal, actualiteitenrubriek en krant toonde de beelden, liggend op het veld en op de bank, in alle zwartgallige glorie. Het aanstaande Europese Kampioenschap was verloren. Huntelaar, Van Persie of Kuyt bestonden niet, alles hing af van Arjen Robben en die in een dip zat die dieper was dan de Marianentrog.
Tot de oefenwedstrijd tegen Bayern Munchen. Onze Redder des Vaderlands veerde op, negeerde een striemend fluitconcert en galoppeerde (Van Persie danst, Kuyt draaft en Huntelaar sluipt) over het veld of er geen strafschoppen bestaan en nooit zijn gemist. Schoot soms weer ballen hoger dan 6 cm boven het maaiveld en scoorde in zijn 15 minuten niet, helaas. We gaan er toch maar voor! In de wetenschap dat we best een paar goeie alternatieven hebben.