Bert van Oostveen, directeur betaald voetbal van de KNVB, is blij met het Nederlands elfatl. Door de overwinning van Oranje in Andorra is het WK in Brazilië volgend jaar een feit. En deze  vroegtijdige kwalificatie leverde de directeur vanuit binnen- en buitenland tal van welgemeende felicitaties op. “Er zaten reacties van collega’s van andere landen bij met enige bewondering, maar soms ook met een beetje jaloezie”, zegt Van Oostveen.

Volgens de KNVB-directeur gaat men er in het buitenland nogal vanuit dat Oranje zich toch altijd plaatst voor het WK: “Ach, jullie zijn er toch altijd wel bij, krijg ik dan te horen. Maar dat is natuurlijk overdreven. Niettemin is het bijzonder prettig dat we nu al zeker van het WK-ticket zijn. Het echte werk gaat nu beginnen”, weet ook Van Oostveen.

Van Oostveen doelde met die laatste opmerking zowel op het sportieve als op het organisatorische gedeelte. “Het spel was in de laatste twee wedstrijden tegen Estland en Andorra niet geweldig. Niettemin zijn we een poule met geduchte tegenstanders als Roemenië en Turkije zeer goed doorgekomen. Zoals onze bondscoach Louis van Gaal terecht zei: de eerste fase is afgerond, maar we zijn er nog lang niet. Om bij het WK daadwerkelijk te kunnen presteren, zullen we als team moeten groeien.”

De doelstelling blijft om de halve finale te halen komend WK: “Dat is onze ambitie en die past ook goed bij het Nederlandse voetbal”, aldus Van Oostveen. “We lopen nu eenmaal graag met onze borst vooruit. Maar je moet wel realistisch blijven. We hebben de lat destijds hoog gelegd. Uit de praktijk moet nog blijken of een plaats in de halve finales bij het WK haalbaar is. Zo ver mogelijk komen in het toernooi, blijft in elk geval ons streven.”