Nigel de Jong is een echte winnaar. De killersmentaliteit is zijn sterkste punt, zowel binnen als buiten het veld. “Het gaat maar om één instelling: killen. Op een WK moet je willen killen. Alles opvreten wat op je pad komt, anders vreten ze jou op. Killen, killen, killen”, zegt De Jong tegen NU.nl.

“Op een WK gelden de wetten van de jungle. Als je voor een wedstrijd in de spelerstunnel staat en je bekijkt de tegenstander moet je denken: ik ben beter dan jij, zo’n houding moet je wel hebben. Anders ga je het niet winnen.”

De Jong ziet wel dat het niveau in de eredivisie gedaald is: “De eredivisie is niet meer de competitie van tien jaar geleden, toen de clubs nog wel konden concurreren met de Europese top. Dat is al een tijdje niet meer zo. Dus wordt het als Nederlandse speler lastig om je te wapenen als het er echt om gaat. Op een WK bijvoorbeeld, het mooiste en grootste podium dat er is. Dan moet je er vanaf minuut een staan.”

De Jong wil zijn ervaring graag delen: “Voor hen wordt het hun eerste toernooi, die kijken toch tegen je op. Ze vragen je over van alles. Donderdag heb ik nog een tijdje gepraat met Stefan de Vrij. Die wilde graag weten hoe ik dacht over het Italiaanse voetbal omdat hij in de belangstelling staat van Lazio Roma. Dat lijkt me een mooie club voor hem, een prima stap. Zo babbel je met iedereen.”