Georginio Wijnaldum is misschien wel de fitste speler van het Nederlands elftal dit toernooi. De middenvelder heeft daar wel een verklaring voor: “Ik lijk inderdaad frisser, maar ik heb ook helemaal geen seizoen gehad”, zegt Wijnaldum de avond voor de kwartfinale tegen Costa Rica.

In Salvador zal het morgen niet anders zijn als het taaie Costa Rica tegenover Oranje staat in de kwartfinale. Wijnaldum maakt zich er niet druk om. “Het is heel gek. Ik voel dat ik helemaal geen tijd meer heb om zenuwachtig te zijn voor deze belangrijke wedstrijden. Ik heb maanden niet gevoetbald en wil genieten van de duels en de sfeer daaromheen. Eigenlijk voelt het net als vroeger toen ik als kleine jongen bij Sparta en Feyenoord speelde.”

Wijnaldum moest tegen Mexico wat anders speler dan hij gewend is: “De wedstrijd vroeg wat anders dan ik gewend ben, maar dat was geen probleem. Alleen die warmte, hè. In de rust dacht ik ‘Gini, hoe ga je dit in deze temperatuur nog een helft volhouden?’. Maar ik kreeg een koelvest om, voelde dat ik herstelde. En eerlijk gezegd was ik na afloop van de wedstrijd tegen Mexico helemaal niet moe.”

Ondanks dat hij maar zo weinig speelde afgelopen seizoen denkt Wijnaldum toch dat hij sterker is geworden: “Maar ik ben mentaal zoveel sterker geworden dan een jaar geleden. Die blessure is gewoon de ultieme test geweest om te zien waar ik precies stond in mijn mentale ontwikkeling. Het heeft me verder gebracht. Ja, in de kwartfinale van het WK tegen Costa Rica. Een grote speler als Pirlo zit al thuis en ik sta hier in Salvador. Daar heb ik ongelooflijk hard voor gewerkt, maar het was niet zo dat iedereen mij een kans zou hebben gegeven na een seizoen met zo weinig wedstrijden. Deze bondscoach heeft dat wel gedaan en daar ben ik hem dankbaar voor.”

Wijnaldum zal ook tegen Costa Rica weer in de basis staan: “Ik heb die ploeg veel zien spelen omdat ik mijn clubgenoot Bryan Ruiz graag aan het werk wilde zien. Ik gunde hem de kwalificatie voor de kwartfinale, hij speelt ook erg goed. Het maakt nu niets meer uit tegen wie wij spelen. We moeten toch iedereen pakken om wereldkampioen te worden. Nee, dat is niet onmogelijk. Maar veel mensen dachten dat wij de poule niet eens zouden overleven. Nu denken diezelfde mensen dat we wel even het WK winnen. Maar ik zeg eerlijk: ik sluit het niet uit, hoor. We moeten het wedstrijd voor wedstrijd bekijken. En zoals Arjen Roben steeds tegen ons zegt: ‘jongens, niet gaan zweven’.”