Nederland en Duitsland staan zondagavond voor de 43e keer in de historie tegenover elkaar. De gedachten dwalen al snel terug naar 1988, toen de twee landen elkaar ontmoetten op het EK van 1988.

In de halve finale van het toernooi speelden beide landen tegen elkaar in het Volksparkstadion in Hamburg. Het was 21 juni en Oranje was op zoek naar revanche, nadat er veertien jaar eerder in de finale van het WK werd verloren.

Oranje stond in 1974 in het Olympiastadion in München al snel met 1-0 voor door een doelpunt van Johan Neeskens. Met onder meer Johan Cruijff, die zondag precies drie jaar geleden overleed, in de basis verloor Nederland uiteindelijk met 1-2.

In de halve finale van het EK van 1988 ging Oranje dus op zoek naar eerherstel. Met de huidige bondscoach Ronald Koeman in de basis kwam Nederland tien minuten na rust op achterstand tegen West-Duitsland. Lothar Matthäus benutte de penalty, die werd gegeven nadat Frank Rijkaard Jürgen Klinsmann onderuit had gehaald.

Ondanks de achterstand en enige Duitse provocaties knokte Nederland zich terug. Ook Oranje kreeg een penalty, nadat Jürgen Kohler een overtreding maakte op Marco van Basten. De huidige bondscoach van Nederland wist wel raad met de strafschop en tekende zo voor de gelijkmaker.

Lang leek het 1-1, tot twee minuten voor het eindsignaal. Al vallend werkte Van Basten de bal binnen. “Het Volksparkstadion is van Oranje!”, jubelde commentator Evert ten Napel. En zo geschiedde. Uiteindelijk kroonde Nederland zich tot Europees kampioen door in de finale met 2-0 te winnen van de Sovjet-Unie.

Naast de goal van Van Basten vond er natuurlijk nog een historisch moment plaats in de halve finale van het EK 1988. Koeman ruilde zijn shirt met Olaf Thon, om er vervolgens mee langs zijn achterwerk te gaan.