Oranje kan deze week een heuse prijs pakken: de Nations League. Om zondag de finale van dit nieuwe toernooi te bereiken (tegen Portugal of Zwitserland), moet Nederland in de halve finale Engeland zien te verslaan, de nummer vier van het afgelopen WK. Hoe wisten beide landen de Final Four te bereiken?

In een Nations League-poule met de wereldkampioenen van 2014 (Duitsland) en 2018 (Frankrijk) werd Nederland weinig kansen toebedeeld. Dat de eerste wedstrijd bij de Fransen met 2-1 verloren ging, deed dan ook geen wenkbrauwen fronsen. Het goede spel van Oranje bood echter wel hoop. Die lijn werd een maand later doorgetrokken toen Duitsland met maar liefst 3-0 klop kreeg. Het hoogtepunt in de poule volgde op 16 november. In De Kuip liet de formatie van bondscoach Ronald Koeman Frankrijk de hoeken van het veld zien. De 2-0 uitslag was nog een magere afspiegeling. Om groepswinnaar te worden, moest Nederland een paar dagen later minimaal een punt pakken bij Duitsland. Na een 2-0 achterstand knokte Oranje zich heel knap terug. Virgil van Dijk schoot in de laatste minuut de gelijkmaker binnen nadat de trainersstaf hem naar voren had gestuurd met het inmiddels beroemde briefje. Plaatsing voor de Final Four van de Nations League was daarmee een feit.

Na het succesvolle WK had Engeland een valse start in de Nations League. Op Wembley moesten The Three Lions de zege laten aan Spanje (1-2). Ook in de wedstrijd daarna tegen Kroatië (herhaling van de halve finale WK) lukte het Engeland niet tot winst te komen. Het werd 0-0. Alle hens aan dek dus om nog poulewinnaar te worden. In oktober wonnen de Engelsen wel uit bij Spanje door twee goals van Raheem Sterling een één van Marcus Rashford. Omdat Kroatië in blessuretijd drie punten veroverde tegen Spanje, had Engeland nog steeds kans op groepswinst. Daarvoor moesten diezelfde Kroaten op Wembley verslagen worden. Dat gebeurde ook dankzij een doelpunt vijf minuten voor tijd van wie anders dan Harry Kane. Zo kon Engeland een ticket boeken naar Portugal.