Wesley Sneijder is met 119 interlands de meest ervaren international van Oranje. De middenvelder hoop dat hij ook de komende tijd nog van grote waarde kan zijn voor het Nederlands elftal. Het wordt tijd voor een nieuwe generatie, maar die slag moet volgens Sneijder niet te snel gaan.

“Toen ik dertien jaar geleden bij Oranje in Huis ter Duin kwam, was ik de enige nieuwe jonge speler. Of misschien een van een twee of drie”, zegt Sneijder tegen ELF Voetbal. “Mijn vader bracht me naar het hotel en toen ik uitstapte was ik bloednerveus. Zat ik daar tussen de grote sterren. Allemaal volwassen mannen. Nu wordt het aantal oudere spelers minder en komt een nieuwe generatie door. Maar dat gaat naar mijn idee nog te snel.”

“Het is nu te makkelijk om bij het Nederlands elftal te komen. En niet in een goede zin. Er moet een betere balans komen”, aldus de middenvelder. “De generatiekloof in het Nederlands elftal is op dit moment te groot. Er zijn niet veel internationals van een jaar of 25, 26. Zij moeten de jonge en oude generatie binden.”

Sneijder mist ook een bepaalde killersmentaliteit. “Begrijp me niet verkeerd, want de jonge jongens gaven mij het gevoel dat ze naar het EK wilden. Maar je kunt het willen en ook écht willen. Ten koste van alles. Dat heb ik gemist”, aldus de Utrechter, die op zes eindtoernooien actief was met Oranje.

“Het is erg moeilijk om te zeggen of het beter was gegaan als Louis van Gaal bondscoach was gebleven. De periode naar het WK was heel intensief. Je moet de filosofie van Van Gaal volgen en dat kost ook heel veel energie. Het was na het WK een goed moment om van bondscoach te wisselen. Voor ons én voor Van Gaal.”

“Wij moeten nu bouwen aan een nieuw team en ik wil daar nog steeds deel van uitmaken. Ik zie België als een goed voorbeeld. Zij waren jarenlang niet op EK’s en WK’s en zijn nu nummer één van de wereld. Wij hebben veel talent bij Oranje, maar het is belangrijk om ook een team te gaan vormen. En of dat nou twee of drie jaar duurt. Dat moet tegen die tijd blijken”, besluit Sneijder.