In Nederland houdt niemand meer rekening met een monsterscore van het Nederlands elftal tegen Zweden, maar de Zweden zelf zijn toch nog een beetje voorzichtig, dat zegt Daniel Nannskog, voormalig profvoetballer en tegenwoordig analist bij de SVT, de Zweedse publieke omroep.

“Een journalist zou zeggen dat het al gespeeld is, maar als oud-speler weet ik dat er van alles kan gebeuren. Stel, Oranje maakt drie goals in het eerste kwartier, dan worden de Zweedse spelers heel nerveus. Het wordt vanwege de situatie een heel gekke wedstrijd, denk ik.” Toch zal bondscoach Janne Andersson niet tevreden zijn met een kleine nederlaag, denkt Nannskog.

Nannskog had niet verwacht dat Zweden Oranje voor zou blijven, zeker niet na het gelijkspel van vorig jaar september tussen beide landen: “Oranje speelde toen echt goed en verdiende het om te winnen. Ik dacht: dit is het nieuwe Nederlands elftal, ze zijn weer terug op hun oude, normale niveau en het zal wel tussen Frankrijk en Nederland gaan in poule A. We zijn er echt door verrast. Bij ons staat Nederland nog altijd bekend als groot voetballand”, vertelt Nannskog.

Het verschil is dat Zweden een echt team is en Oranje niet. “Wij hebben geen spelers van wereldklasse, maar ze werken echt hard voor elkaar. De verdediging is solide en voorin staan spelers die het verschil kunnen maken.”