Jorrel Hato zag zijn uitverkiezing voor het Nederlands elftal absoluut niet aankomen. De zeventienjarige verdediger van Ajax werd in november voor het eerst bij de selectie van Oranje gehaald door bondscoach Ronald Koeman. Hato dacht aan een grap, amper negen maanden na zijn debuut in het hoogste keurkorps van Ajax.

“Ik was hier bezig in de gym”, memoreert Hato in gesprek met ESPN. “En toen kwam Steven Bergwijn rennend op me af. Ik dacht: wat is er aan de hand? Toen vertelde hij me dat ik bij het Nederlands elftal zat.” Dat nieuws had Hato ‘helemaal niet verwacht’. “Ik zat gewoon bij de voorselectie van Jong Oranje en ik dacht ik die jongens weer zou zien.”

“Maar ja, blijkbaar werd ik opgeroepen voor het eerste elftal. Ik dacht echt dat hij (Bergwijn, red.) me in de maling nam, maar toen liet hij het me zien en dacht ik: Wow, oké, het is toch zo.” Voor elke jonge voetballer is voetballen in het Nederlands elftal een droom, zo ook voor Hato. “Ik heb er altijd van gedroomd om voor mijn land te spelen.”

“Dat is nu gelukt. Om eerlijk te zijn; de werkelijkheid was nog mooier dan de droom.” Hato werd door Koeman geselecteerd voor de laatste twee EK-kwalificatieduels met Ierland (1-0) en Gibraltar (0-6). In de laatste wedstrijd viel hij na de rust in voor Virgil van Dijk. Hij werd met zijn zeventien jaar de vijfde jongste debutant in Oranje ooit. De vorige zeventienjarige die in het Nederlands elftal debuteerde was Matthijs de Ligt.