Michael Reiziger pleit voor een Nederlander als toekomstige bondscoach van het Nederlands elftal en Jong Oranje. De bondscoach van Jong Oranje heeft zo zijn bedenkingen bij een bondscoach met een andere nationaliteit, al gebeurt dat al decennialang in andere landen. “Het Nederlands elftal is van Nederland en je moet eigenlijk zo veel mogelijk naar Nederlandse coaches kijken”, oordeelt de oud-verdediger.

Reiziger vindt dat Jong Oranje sowieso altijd een Nederlandse bondscoach moet hebben. “Ik denk dat Jong Oranje nog te dicht bij het Nederlandse voetbal zit. Bij het grote Oranje beschik je toch al over veel spelers die in het buitenland spelen”, vertelt hij in de podcast Met Open Vizier, waarin hij het gesprek aangaat met Almere City FC-trainer Alex Pastoor.

Wie gaat Ronald Koeman opvolgen bij Oranje?

In dat opzicht zou het wellicht logisch zijn om ná Ronald Koeman, die een contract tot medio 2026 heeft met de KNVB, eens voor een niet-Nederlandse bondscoach te kiezen. Daar heeft Reiziger toch ook zijn bedenkingen bij. “Aan de andere kant is het Nederlands elftal van Nederland en moet je eigenlijk zoveel mogelijk naar Nederlandse coaches kijken. Als je die niet vindt, moet je pas overgaan op een buitenlandse coach.”

Pastoor sluit zich daarbij aan en vindt zelfs dat hier regels voor zouden moeten worden opgesteld. “Ik vind het raar dat het toegestaan wordt dat er een Belgische of Duitse staf bij het Nederlands elftal, of omgekeerd, mag werken. Spelers moeten toch ook gewoon een Nederlands paspoort hebben, dus waarom de coach niet?” Ernst Happel was in 1977 de laatste buitenlandse bondscoach van Nederland. De Oostenrijker leidde Oranje een jaar later naar de WK-finale in Argentinië, die na verlenging werd verloren van het gastland.

Lees ook: Oranje heeft ‘de perfecte opvolger’ van Salah en het is níet Gakpo

Andere buitenlandse trainers die het Nederlands elftal onder hun hoede hadden waren onder anderen de Duitser Georg Kessler (1966-1970) en de Engelsman Denis Neville (1964-1965). Peter Bosz gaf eerder deze maand aan dat hij na zijn periode bij PSV, waar hij in principe tot medio 2026 onder contract staat, best wel het Nederlands elftal zou willen trainen. “Dat moet ook net passen: dat er een plek vrijkomt en dat je als trainer geen club hebt.”

“Ik hoop echt dat hij ooit bondscoach van Nederland wordt”, zei oud-international Rafael van der Vaart enkele dagen later in Studio Voetbal. In de optiek van de oud-voetballer heeft Bosz bij PSV het grootste aandeel in de successen van dit seizoen. “Ik ben niet zo van de trainers, maar ik zou toch zeggen: Bosz. Ik heb een interview van hem gezien bij PSV TV… Hoe hij voetbal beleeft en hoe hij voetbal aan ons allemaal wil laten zien, dat vind ik echt uniek. Het is echt een geweldige trainer. Ik denk echt dat het zijn verdienste is.”

Lees ook: De puinruimer van 20 miljoen die Koeman blijft negeren

“Bosz laten werken met kwalitatief het beste wat ons land op voetbalgebied voortbrengt, is een zinnenprikkelende gedachte”, zo schreef Marco Timmer, PSV-watcher van Voetbal International. “Waarschijnlijk is de zeer ervaren Bosz de beste opvolger van Koeman, maar hij is zeker de meest ideale trainer om het Nederlands elftal zijn aanvallende identiteit terug te geven. Als de KNVB hem weet te strikken, dan is straks ook bij Oranje ‘winnen alleen’ niet langer voldoende.”