De Nederlandse estafettevrouwen hebben zich zaterdagavond ternauwernood gekwalificeerd voor de 4×400 meter op de Olympische Spelen in Parijs. Bij de eerste poging ging het zonder Femke Bol en Lieke Klaver nog fout, maar bij de herkansing renden Eveline Saalberg, Myrte van der Schoot, Lisanne de Witte en Cathelijn Peeters de snelste tijd. De gemengde ploeg pakte later nog zilver op dezelfde afstand op de WK relays op de Bahama’s.

Met een tijd van 3.27,45 was de Nederlandse estafetteploeg bijna een seconde sneller dan nummer twee Zwitserland, waardoor het team een Olympisch ticket grijpt. In de eerste serie van de 4×400 meter eindigden Saalberg, Van der Schoot, De Witte en Peeters nog als derde. De vrouwen moesten het zonder Bol en Klaver doen, want bondscoach Laurent Meuwly koos het duo voor de gemengde ploeg op de 4×400 meter. Door winst in de series hebben zij zich al gekwalificeerd voor de Spelen, die beginnen op 26 juli in Parijs.

Bol bezorgt Nederland zilver in de laatste ronde

In de finale van de 4×400 meter finishten Isayah Boers, Isaya Klein Ikkink, Klaver en Bol in een tijd van 3.11,45, vlak achter de VS (3.10,73). Het lukte Bol net niet om de laatste atlete van Amerika nog in te halen. Vorig jaar won het vrouwenkwartet overigens nog de finale op het WK in Boedapest. Zaterdag wisten de estafettevrouwen zichzelf op de 4×100 meter al van hun Olympische ticket te verzekeren. Zondag finishten Minke Bisschops, Tasa Jiyam N’ketia Seedo en Marije van Hunenstijn naar de zesde tijd. Amerika eindigde ook hier als eerste.

Lees meer: Femke Bol verbetert eigen wereldrecord op 400 meter bij NK indoor

De mannen is het nog niet gelukt om kwalificatie voor de Olympische Spelen veilig te stellen. Op de 4×100 en de 4×400 meter eindigde het team buiten de top twee. In Tokio won de ploeg nog zilver op dat laatste onderdeel. Via een omweg kan de equipe die die medaille nog prolongeren. De laatste twee startbewijzen gaan namelijk naar nog niet geplaatste landen met de beste tijden in de kwalificatieperiode (31 december 2022-30 juni 2024). Vincent Kortbeek van de Atletiekunie vindt het dan ook ‘een toernooi met ups en downs. “Jammer genoeg zijn het niet alleen maar ups, maar de tussenstand richting Parijs is overwegend positief”, zo vertelt hij tegen de NOS.