Het Champions League-seizoen is weer begonnen, dus is het interessant te kijken naar de prestaties van onze Oranje-internationals op de Europese velden. Met name het tweekamp Galatasaray – Schalke 04 in de achtste finales kende een Nederlands tintje: Wesley Sneijder en Klaas Jan Huntelaar stonden in Istanbul beide in de basis. Dit alles onder toeziend oog van Louis van Gaal.

Sneijder kende echter geen gelukkige start van zijn Europese seizoen bij Galatasaray. De Oranje-aanvoerder moest al in de rust naar de kant en werd vervangen door Nordin Amrabat, de oud-PSV’er uit Naarden. Die zei achteraf geen idee te hebben waarom de topaankoop van de Turkse club gewisseld werd. De aanvaller gaf aan liever mét Sneijder op het veld te hebben gestaan. De kleine middenvelder zelf was niet bereikbaar voor commentaar.

Hoewel Huntelaar tot de 75e minuut bleef staan, was ook zijn optreden geen onverdeeld succes. De spits miste enkele opgelegde kansen om zijn ploeg op voorsprong te zetten. Het bij vlagen vermakelijke duel eindigde uiteindelijk in een 1-1 gelijkspel, met over drie weken de return in Gelsenkirchen. “Een goede uitslag voor ons,” vindt Huntelaar.

Een dag eerder kwam Bayern München, de club van Arjen Robben, in actie tegen Arsenal. De rechteraanvaller werd echter – zoals vaker de laatste tijd – op de bank gepositioneerd. Hij moest mokkend toezien hoe Bayern de club uit Londen overliep en al snel op een 0-2 voorsprong kwam. In de 63e minuut werd Robben bij een stand van 1-2 alsnog ingebracht en was hij betrokken bij de 1-3 van zijn ploeg. “Ik moet kennelijk geduld hebben,” aldus een gefrustreerde Robben tegenover de camera’s van de NOS.