Het Nederlands elftal is er zondagavond niet in geslaagd om Portugal te verslaan. In de finale van de Nations League waren de Portugezen met 1-0 te sterk voor Oranje.

Na een klein kwartier spelen kreeg Portugal de eerste kans, maar Jasper Cillessen stond zijn mannetje. De verdediging van Oranje wist de aanval van de Portugal enkele keren af te stoppen. Zo wist Virgil van Dijk een schot van Cristiano Ronaldo te blokken. Het Nederlands elftal wist daar weinig tegenin te brengen en daardoor stond bij rust nog altijd de brilstand op het scorebord.

In de rust voerde bondscoach Ronald Koeman een wissel door. Quincy Promes verving Ryan Babel. Die wissel deed Oranje goed. Georginio Wijnaldum kreeg in de 50e minuut een kans: hij kon alleen op doelman Rui Patrício af, maar stond buitenspel.

Ook Portugal was dichtbij de openingstreffer. Een schot van Gonçalo Guedes werd geblokt en bij een andere poging stond Cillessen in de weg. Koeman wisselde na een uur spelen voor de tweede keer: Donny van de Beek kwam door Steven Bergwijn. Direct daarna kwam Portugal op voorsprong.

Guedes trok naar binnen en schoot via de hand van Cillessen raak. Vijf minuten later was Oranje dichtbij de gelijkmaker. Uit een voorzet van Van de Beek kon Memphis koppen, maar uiteindelijk pakte Patrício de bal. Nederland zette aan: Marten de Roon schoot maar net over.

Met Luuk de Jong in de ploeg werd de jacht naar de gelijkmaker geopend. De ingevallen spits was nog wel dichtbij, maar uiteindelijk gaat de eerste Nations League naar Portugal: 1-0.