De OranjeLeeuwinnen hebben dinsdagavond de kwartfinale van het WK in Frankrijk bereikt. In de achtste finale werd Japan nipt verslagen: 2-1 door de ploeg van bondscoach Sarina Wiegman.

Oranje begon goed aan de wedstrijd en was de betere partij. De eerste kans van de wedstrijd, na vijf minuten spelen, was dan ook voor de Leeuwinnen. Lieke Martens kreeg wat ruimte en bereikte Vivianne Miedema met haar voorzet. De spits raakte de bal niet helemaal goed.

Na ruim een kwartier spelen kon Oranje wel juichen. Uit een corner werkte Martens de bal via een Japans been met de hak in de verre hoek. Daarmee kwam Oranje op een verdiende 1-0 voorsprong. Japan was niet veel later dichtbij de gelijkmaker.

Yuika Sugasawa  trof de paal. Oranje hield, ondanks die ene mogelijkheid voor de ‘Nadeshiko’, de deur achterin dicht en had het beste van het spel. Voor rust viel echter alsnog de gelijkmaker. Na een fraaie aanval maakte Yui Hasegawa de 1-1.

Dat was ook de stand waarmee beide ploegen aan het water gingen, al was Miedema nog wel dichtbij een nieuwe voorsprong voor Oranje. In de tweede helft was de ploeg van bondscoach Wiegman het helemaal kwijt. Japan was de betere partij en bracht Oranje vaak in gevaar. Sugasawa schoot over en ook Sari van Veenendaal moest even later in actie komen.

Japan ging op jacht naar de 1-2 en vond die in tien minuten bijna vier keer. Hasegawa schoot naast, waarna Mana Iwabuchi in het zijnet schoot. De grootste waarschuwing kwam van Sugita: haar bal spatte uiteen op de lat. Vervolgens trad Van Veenendaal goed op.

Het duel leek af te stevenen op een verlenging, totdat Saki Kumagai de bal in het strafschopgebied tegen haar hand kreeg. De VAR checkte het nog even, maar uiteindelijk werd er een penalty gegeven. Martens ging achter de bal staan en schoot Oranje zo naar de kwartfinale: 2-1.

Daarin ontmoeten de Leeuwinnen Italië, dat eerder deze avond China met 2-0 versloeg. Die wedstrijd vindt aanstaande zaterdag plaats in Valenciennes.