Het Nederlands elftal won uiteindelijk met 7-0 van Gibraltar, maar daar zag het lange tijd niet naar uit. Kort voor rust maakte Oranje de 0-1 en na rust liep de teller pas verder op.

Bondscoach Frank de Boer weet het gebrek aan doelpunten de eerste helft onder meer aan de stugge tegenstander: “Het is bijna anti-voetbal. Ik had het wel verwacht, maar je wordt er wel een beetje moe van. Ik ben blij dat deze wedstrijd achter de rug is.”

Oranje begon heel matig aan het duel, maar herstelde zich na rust: “Het begin was erg stroef, daarna regen we de kansen wel aan elkaar. Maar dan valt de goal maar niet, die keeper houdt hem er zelfs met zijn wang uit. Dan raak je gefrustreerder en gefrustreerder.”

Na rust kwam Oranje wel los. “Dat kwam misschien ook wel door de wissel van Ryan Gravenberch, waardoor Steven Berghuis ook wat meer aan de lijn kon gaan spelen. We gingen eigenlijk met drie tienen spelen, dat ging veel beter.”

‘We missen teveel kansen’

Aanvoerder Georginio Wijnaldum sprak na afloop eenzelfde soort woorden: “In de rust waren we een beetje boos dat we zoveel kansen hadden gemist. Het was een beetje hetzelfde verhaal als tegen Letland. Maar we hebben zelfvertrouwen gehouden en zijn doorgegaan.”

“Als je van tevoren zegt dat we met 7-0 winnen, vindt iedereen dat goed”, aldus Wijnaldum. “Nu zijn we toch een beetje teleurgesteld, omdat we een aantal grote kansen niet hebben benut en de uitslag nog hoger had kunnen zijn.”

Letland helpt Oranje een handje

Terwijl Oranje met 7-0 won, speelde Turkije op hetzelfde moment thuis tegen Letland met 3-3 gelijk. Goed nieuws voor Oranje, dat vorige week zelf nog verloor in Istanbul.

Op de vraag wat hem het meest bij zou blijven van deze avond zei Frenkie de Jong dan ook: “Het gelijkspel van Turkije tegen Letland. We deden het in het begin niet top, in de tweede helft maakten we betere keuzes. Dat is het grote verschil. We winnen met 7-0, Turkije speelt gelijk, het is een topavond.”