De Oranje Leeuwinnen staan in de finale van het WK in Frankrijk. Zondagmiddag wacht de Verenigde Staten in de finale, die gespeeld zal worden in Lyon. Hoe bereikte de ploeg van bondscoach Sarina Wiegman de WK-finale?

In de poulefase nam Oranje het op tegen Nieuw-Zeeland, Kameroen en Canada. Het ging niet altijd makkelijk, al wisten de Leeuwinnen wel drie keer te winnen.

Nieuw-Zeeland – Oranje Leeuwinnen

11 juni – Het duel verliep moeizaam en lang leek Oranje af te stevenen op een valse start van het WK. Tot de 92e minuut. Invalsters Merel van Dongen, Lineth Beerensteyn en uiteindelijk Jill Roord vonden elkaar. Laatstgenoemde kopte binnen en bezorgde zo Oranje de eerste punten op het WK.

Oranje Leeuwinnen – Kameroen

15 juni – Voor het oog van duizenden Oranjefans won Nederland met 3-1 van Kameroen. De tegenstander van de Leeuwinnen had allesbehalve zin in een vriendschappelijke wedstrijd en dus was het een felle wedstrijd. Misschien wel het hoogtepunt werd veroorzaakt door Gabrielle Aboudi Onguene.

Zij sloeg een flesje water uit de handen van Merel van Dongen en werd de rest van de wedstrijd uitgefloten. Een speciaal duel werd het uiteindelijk voor Vivianne Miedema. De spits scoorde twee keer en kroonde zich daardoor tot topscorer aller tijden van de Leeuwinnen.

Oranje Leeuwinnen – Canada

20 juni – De Oranje Leeuwinnen waren al zeker van de achtste finales van het WK en streden met Canada om de groepswinst. De ploeg van bondscoach Wiegman speelde beter dan in de laatste twee wedstrijden: combinaties lukten en er werd fel doorgejaagd. Beerensteyn bewees opnieuw haar waarde als invalster door de winnende goal te maken: 2-1.

Oranje Leeuwinnen – Japan

25 juni – In de achtste finale kwam Oranje ontzettend goed weg tegen Japan, dat vorig WK nog de finale bereikte. Lieke Martens, in de poulefase nog redelijk onzichtbaar, pakte de hoofdrol. De aanvalster scoorde in de 17e minuut met een hakbal, maar in de tweede helft leken de Leeuwinnen het helemaal kwijt.

Japan speelde Oranje volledig zoek en trof meerdere keren het aluminium. Een penalty in de aller- allerlaatste minuut na een handsbal, die feilloos binnen werd geschoten door Martens, betekende uiteindelijk dat de Leeuwinnen naar de beste acht landen van het WK gingen.

Italië – Oranje Leeuwinnen

29 juni – In de kwartfinale troffen de Leeuwinnen Italië. Lange tijd was Martens een vraagteken voor het duel door een teenblessure, maar de aanvalster speelde gewoon negentig minuten mee. Oranje speelde in het duel met Italië goed, al duurde het lang voordat de score werd geopend.

In de tweede helft was het eigenlijk gewoon wachten op de goal, die uiteindelijk in de 70e minuut viel via Miedema. Tien minuten later kopte Stefanie van der Gragt de 2-0 binnen: op naar de halve finale! Dat was niet alleen een historische prestatie, de Oranje Leeuwinnen verzekerden zich door die overwinning ook van deelname aan de Olympische Spelen van 2020.

Oranje Leeuwinnen – Zweden

3 juli – 120 minuten. 120 minuten die uiteindelijk een finaleplaats voor de Leeuwinnen betekenden. Een zenuwslopende halve finale tegen Zweden. De Zweden speelden beter dan Oranje en de ploeg van Wiegman had het geluk wederom aan hun zijde: het aluminium én Sari van Veenendaal brachten redding.

De keepster was een enorm sta in de weg voor de Zweedse ploeg. Waar Zweden in de reguliere speeltijd beter was, trok Oranje het duel in de verlenging naar zich toe. Uiteindelijk was het in de 110 minuut raak: Jackie Groenen schoot de bal achter keepster Hedvig Lindahl en daarmee de Oranje Leeuwinnen naar de finale van het WK.