Het Nederlands elftal heeft de oefencampagne in Azië winnend afgesloten. China werd in het Arbeidersstadion te Peking met 0-2 verslagen, nadat vorige week ook Indonesië met 3-0 opzij werd gezet.

Hoewel het een oefenduel betrof, was de sfeer van de wedstrijd allerminst sportief te noemen. Dat kwam vooral door de Chinezen, die de ene overtreding na de andere begingen. Al vroeg in de wedstrijd leidt dat tot een penalty, als Arjen Robben in het strafschopgebied onderuit wordt geschoffeld. Van Persie mag aanleggen en schiet de bal onberispelijk in de rechterbovenhoek: 0-1. Daarmee komt de spits in doelpuntenaantal voor Oranje gelijk met de oud-internationals Faas Wilkes en Ruud van Nistelrooy.

Na de strafschop speelt China zich opnieuw negatief in de kaart. Qin Sheng komt met twee benen inglijden op Jonathan de Guzman en krijgt direct een rode kaart gepresenteerd. Na deze twee opvallende momenten gebeurt er weinig bijzonders meer in de eerste helft.

Na rust verschijnt de geplaagde Wesley Sneijder aan de aftrap. Hij komt in het veld voor Jens Toornstra. Sneijder lijkt gemotiveerd, want hij is meteen betrokken bij twee gevaarlijke aanvallen. Even later is het raak: op een voorzet van Robben weet Sneijder de bal met een prachtig hakje in doel te werken.

De volgende oefenwedstrijd vindt plaats op 14 augustus: dan treedt het Nederlands elftal aan tegen angstgegner Portugal.