Nederland heeft vanavond met 1-1 gelijkgespeeld tegen Italië. Die uitslag is ietwat geflatteerd: de Italianen hadden een onervaren elftal op de grasmat staan, maar waren met name in de eerste helft veel gevaarlijker dan Oranje.

Vooral in de eerste helft werd het middenveld met Ruud Vormer, Marten de Roon en Tonny Vilhena voortdurend overlopen. Italië sneed met gemak door het 5-3-2 systeem van het Nederlands elftal heen, maar had het vizier gelukkig niet op scherp staan.

Na rust kwam de 1-0 dan toch. Invaller Simone Zaza had wel oog voor doel en schoot feilloos binnen op een lage voorzet van rechts.

Toch liet Nederland de bal in de tweede helt beter rondgaan. Ryan Babel stoomde in de 69e minuut op en werd neergehaald door Domenico Criscito. De verdediger kreeg de rode kaart gepresenteerd, waardoor er wat meer ruimte voor Oranje ontstond.

De ploeg van Ronald Koeman, inmiddels vol met invallers, zette aan en de gelijkmaker viel uiteindelijk toch. Nathan Aké (één van de invallers) kopte in de 88e minuut prima binnen op een voorzet van Steven Berghuis: ook een invaller. Oranje creëerde daarna nog enkele kansen, maar het bleef bij een gelijkspel.

Zowel Nederland als Italië kan nu op vakantie: ze doen immers beiden niet mee aan het WK. De eerstvolgende wedstrijd die Oranje speelt is de oefenpot tegen Peru op 6 september; tevens de afscheidswedstrijd van Wesley Sneijder.