Volgens bondscoach Ronald Koeman had Oranje tijdens dit WK absoluut geen modderfiguur geslagen. Na afloop van de poulefase op het WK concludeert de bondscoach in AD dat hij met zijn team absoluut iets had kunnen bereiken dit toernooi.

Koeman merkt ten eerste op dat de verschillen over het algemeen erg klein zijn: “Ik kijk er ook zo naar, ja, dat de onderlinge verschillen klein zijn. Het bevestigt mijn beeld: iedereen kan nu een goede organisatie neerzetten en goed verdedigen. Niet 60 minuten, maar 80, 85 minuten. En vaak ook tot in de blessuretijd. Als je ziet hoe Zweden met beperkte middelen de wereldkampioen al aan de afgrond bracht. En hoe Iran dat deed met Portugal, dan ben ik ervan overtuigd: Oranje had geen slecht figuur geslagen bij dit WK. Absoluut niet.”

Verder valt Koeman op hoeveel er gescoord wordt uit dode spelmomenten: “In Nederland zien we nog niet altijd de kansen en de dreiging die uitgaat van dode spelmomenten, heb ik het idee. Wel zijn we er vol mee aan de slag. We hebben met Oranje nu twee keer een tiendaagse interlandperiode gehad. Nou, steeds zijn we één tot twee trainingen alleen maar bezig geweest met de organisatie bij corners en vrije trappen. Zowel de afspraken verdedigend als aanvallend.”

Koeman denkt tenslotte dat Oranje de juiste weg is ingeslagen: “Wat ik zie dit WK, bevestigt me alleen nog maar meer in de keuze die we hebben gemaakt met Oranje. De manier van spelen, compact, met drie man centraal achterin en voorin snelheid om de ruimtes te benutten, dat is voor nu de juiste weg. Zo kun je het ontbreken van extra individuele kwaliteiten toch een heel eind compenseren.’’