Het Europees Kampioenschap van 1996 in Engeland stond voor het Nederlands Elftal in het teken van hoge verwachtingen en grote uitdagingen. Het topteam kampte niet alleen met moeilijke momenten op het veld, maar ook daarbuiten. In dit artikel nemen we je mee terug naar het EK van 1996, bespreken we problemen waar het team mee kampte en de invloed die deze problemen hadden op het spel van Nederland.
De aanloop naar Euro ’96
De kwalificatieperiode voor het EK van 1996 verliep ietwat moeizaam voor het Nederlands Elftal. Onder leiding van bondscoach Dick Advocaat moest Nederland het in Groep 5 opnemen tegen Tsjechië, Noorwegen, Wit-Rusland, Luxemburg en Malta. Na de eerste vier kwalificatiewedstrijden, waarbij Nederland twee keer gelijkspeelde en tweemaal won, werd Advocaat gevraagd om de nieuwe hoofdtrainer van PSV te worden. De Hagenees kon het lucratieve aanbod niet weerstaan en verruilde het nationale team in december 1994 dan ook voor de Eindhovense club. Guus Hiddink werd vervolgens aangesteld als zijn vervanger.
Onder leiding van Hiddink boekte Nederland in de kwalificatiefase nog vier overwinningen en twee nederlagen. De Tsjechen waren met 21 punten de grote winnaar van Groep 5, en plaatsten zich zodoende direct voor het EK. Nederland werd tweede in de poule en moest eerst nog een beslissende wedstrijd spelen tegen Ierland. Deze wedstrijd werd uiteindelijk met 2-0 gewonnen door Nederland, die zijn EK-ticket hiermee veilig wist te stellen.
Ondanks de ietwat moeizame kwalificatiefase, was Nederland voorafgaand aan het EK van 1996 één van de teams waar heel veel van verwacht werd. Met spelers als Edwin van der Sar, Marc Overmars en Ronald en Frank de Boer, die met Ajax vlak daarvoor nog grote successen hadden geboekt in de Champions League, leek Nederland klaar om te gaan schitteren op het WK. Dat liep in de praktijk echter heel anders
Problemen binnen het Nederlands Elftal
Het Nederlands Elftal werd voor de groepsfase van het EK samen met Engeland, Zwitserland en Schotland ingeloot in Groep A. Voor de start van het toernooi, begonnen de eerste problemen zich aan te doen. Marc Overmars en Frank de Boer raakten geblesseerd, waardoor ze het EK aan zich voorbij moesten laten gaan en Nederland dus enkele belangrijke krachten mistte. Toch begon men op 10 juni 1996 vol goede moed aan de eerste wedstrijd tegen Schotland. Nederland kende een sterke start, maar werd benadeeld toen de scheidsrechter een handsbal over het hoofd zag. De wedstrijd eindigde uiteindelijk in een gelijkspel, waarna Hiddink besloot om het roer om te gooien. De volgende wedstrijd tegen Zwitserland verliep echter niet veel beter. Clarence Seedorf moest al vroeg gewisseld worden, nadat hij nipt aan zijn tweede gele kaart ontsnapte. Hoewel het spel te wensen overliet, won Nederland met 0-2.
De vreugde was echter van korte duur. Vlak na de wedstrijd liet Edgar Davids, de vervanger van de geschorste Danny Blind, zich ontzettend kritisch uit over de keuzes en tactieken van Hiddink. Deze uitspraken werden hem niet in dank afgenomen, waarna hij uit de selectie gegooid werd. De openlijke kritiek en het vertrek van Davids was een duidelijke indicatie dat er problemen binnen de selectie waren ontstaan. Er werd gesuggereerd dat de onenigheid deels voortkwam uit ontevredenheid over speeltijd en posities op het veld, maar ook uit diepere persoonlijke en culturele verschillen binnen de selectie. De incidenten brachten een schaduw over het team en werden breed uitgemeten in de media, wat leidde tot speculaties en verdere spanningen.
Welke invloed hadden de problemen op het spel?
De manier waarop Nederland zich door het toernooi vocht, liet zien dat de spelers het lastig vonden om hun ware potentie te laten zien. Oranje bereikte de kwartfinale, maar werd uiteindelijk uitgeschakeld door Frankrijk na een reeks strafschoppen. Hoewel er zeker momenten waren dat het team goed speelde, vielen alle steentjes nooit samen op de manier die men gehoopt had. Het zal natuurlijk altijd een groot vraagteken blijven wat Nederland had kunnen bereiken als de spanningen binnen de selectie er niet waren geweest. Maar het is aannemelijk dat deze groep getalenteerde voetballers veel meer had kunnen bereiken, als ze beter op elkaar ingesteld waren.
Als er iets is wat we geleerd hebben van het EK van 1996, dan is het wel dat talent alleen niet genoeg is om een kampioenschap te winnen. Om er aan het einde van het toernooi met de hoofdprijs vandoor te gaan, moeten de spelers goed op elkaar ingespeeld zijn en goed met elkaar door één deur kunnen. Het toernooi liet duidelijk zien hoe interne problemen invloed kunnen hebben op de prestaties op het veld. Al met al was het voor het Nederlands Elftal een toernooi met veel mogelijkheden, maar zorgden de problemen ervoor dat ze niet konden laten zien wat ze écht konden.