'Buitenlandse bondscoach na Koeman zou rampzalig zijn voor het Nederlandse voetbal'

Mike Verweij maakt zich zorgen dat de KNVB na het WK 2026 voor een buitenlandse bondscoach kan kiezen als opvolger van Ronald Koeman. De journalist van De Telegraaf noemt dat in de podcast Kick-Off niet alleen rampzalig voor het Nederlandse voetbal, maar ook een mes in de rug van de CBV, de vakvereniging van trainers in het betaald voetbal.

Nu Oranje zich geplaatst heeft voor het WK in de Verenigde Staten, Mexico en Canada, laait de discussie op over wat er daarna met Koeman gebeurt. Zal Koeman doorgaan, of komt er een nieuwe bondscoach? In De Telegraaf wees Valentijn Driessen er al op dat PSV-trainer Peter Bosz zich nadrukkelijk heeft gemeld als kandidaat; hij noemde het trainen van Oranje eerder "een enorme eer". In zijn column schetste Driessen vier scenario’s: Koeman die blijft, Bosz die hem opvolgt, Erik ten Hag als mogelijke kandidaat en het doorschuiven van Jong Oranje-bondscoach Michael Reiziger. Over Ten Hag stelde hij dat de huidige Manchester United-trainer een "procestrainer" is, die Koeman en Bosz niet echt bedreigt. Reiziger naar het grote Oranje halen zou hij "bijzonder onverstandig" vinden.

Bizarre situatie aanstaande?

Verweij ziet in de podcast nog een vijfde scenario opdoemen. "Wat mij opviel in de column van Valentijn, en dan gaan er weer een hoop mensen over hem heen vallen... er worden vier scenario's geschetst: Bosz, Koeman, Ten Hag en Reiziger. Maar Valentijn noemde een optie, en ik ben bang dat Nigel de Jong en Clarence Seedorf daar ook weleens op terecht zouden kunnen komen, dat ze een buitenlandse coach zouden kunnen halen. Dat zou rampzalig zijn voor het Nederlandse voetbal", zegt hij. Volgens Verweij zou zo’n keuze ook slecht uitpakken richting de eigen trainers. "Dat is ongeveer de duurste van Europa, dan steek je echt het mes in de rug van het CBV. Waarom De Jong en Seedorf een buitenlandse coach zouden willen? Ik wil niet zeggen dat het uitvinders zijn, maar dat is natuurlijk ook wel interessant om te doen."

Lees meer: Eerste sparringpartner van Oranje voor WK lijkt al uitgelekt

Driessen denkt echter niet dat het zover komt. "Op het moment dat coaches als Koeman, Ten Hag en Bosz beschikbaar zijn en je passeert die, dan passeer je alles waar het Nederlandse voetbal én de trainersopleiding - die door de KNVB wordt gegeven - voor staat." Hij sluit wel niet uit dat De Jong en Seedorf "de kaart van de diversiteit" zouden trekken. "Er is nog nooit een iemand met een allochtone achtergrond bondscoach geweest, dus dat zou ook een overweging kunnen zijn. Henk ten Cate was de beste bondscoach die het Nederlands elftal nooit heeft gekregen. Misschien willen zij die weg wél bewandelen." Ten Cate heeft net als Frank Rijkaard Nederlandse én Surinaamse roots, al was Rijkaard tussen 1998 en 2000 wél al bondscoach van Oranje.

Lees meer: De Ligt voelt revanche bij Oranje: 'Het voelt een beetje als een comeback'

De discussie wordt extra beladen door de geschiedenis. De laatste buitenlandse bondscoach van Nederland was de Oostenrijker Ernst Happel, die het elftal in 1978 naar de WK-finale leidde. Daarvoor kende Oranje meerdere periodes met niet-Nederlandse bondscoaches, onder wie de Engelsman Bob Glendenning (tussen 1923 en 1940 liefst 88 interlands), verschillende Oostenrijkers in de jaren vijftig, de Roemeen Elek Schwartz (1957–1964) en de Duitser Georg Kessler (1966–1970). Sinds Happel is de keuze echter consequent op Nederlandse bondscoaches gevallen.