Hij lacht hard en voluit, daar in de bossen bij Zeist. De vraag klinkt simpel, maar Denzel Dumfries vindt haar best lastig: wat zou de 17-jarige Denzel van vroeger, toen nog spelend bij BVV Barendrecht, tegen de huidige Denzel zeggen? "Tsjonge, dat is wel een goeie vraag, hoor", zegt hij met een brede glimlach tegenover het AD. Hij denkt even na, legt zijn hand onder zijn kin als een denker. "Ik denk dat ik tegen mezelf zou zeggen: goed gedaan. Ja, lekker bezig, Denzel!"
Die typische, aanstekelijke lach volgt meteen. Dumfries is niet alleen een vaste waarde bij Oranje en Inter Milaan, maar ook een van de meest open en energieke spelers van het Nederlands elftal. Recentelijk werd Dumfries vijfentwintigste bij de Ballon d’Or‑uitreiking; hoger dan welke andere Nederlander ook. "Dat was bijzonder. Daar zit je dan tussen al die wereldsterren, al die legendes van vroeger. Heel gaaf. Dat heeft wel indruk gemaakt, hoor." Hij genoot zichtbaar van het moment. "Ik had een goed pak aan deze keer, al zeg ik het zelf. Veel complimentjes over gehad. Nee, ik vond niet dat ik te laag stond. Het was al een eer om bij de beste dertig te horen. Ben ik één plekje boven Haaland geëindigd? Nou. Moet je nagaan."
Denzel Dumfries wil grote stappen zetten
Na een topseizoen denkt hij na over nieuwe stappen. "Qua goals en assists ging het vorig jaar echt door het dak. Maar je moet eerlijk zijn: is het realistisch om dat nóg beter te doen? Ik denk haast van niet. Dus stel je andere doelen", Voor dit seizoen legt hij de lat anders. "Ik wil de inhoud van mijn spel verbeteren. Meer aanwezig zijn in de opbouw, dominanter worden in mijn veldspel. Goals en assists zijn mooi, maar het is niet mijn primaire taak", zegt hij. Volgens Dumfries gaat het nu om het grotere plaatje. "Het risico is dat je té veel op die cijfers gefocust bent. Terwijl ik juist beter wil worden in de fase daarvoor: driehoekjes maken, ruimtes benutten, de opbouw verbeteren."
Lees meer: Tijjani Reijnders en Jan Paul van Hecke staan op scherp bij Nederlands elftal
Zijn succes kwam niet vanzelf. De rechtsback weet dat zijn enorme inzet soms ook zijn valkuil is. "Ik ben heel streng voor mezelf. Ik heb lang een mindset gehad van: ik mag niet ziek worden, niet geblesseerd raken, ik mag niks missen. Die tunnelvisie werkt, maar je moet soms ook uitzoomen." Hij lacht, maar de woorden zijn serieus. "Dat heb ik wel moeten leren, eerlijk gezegd: trots zijn. Na de verloren Champions League‑finale dacht ik: dit was verschrikkelijk. Maar later besef je: ik heb in drie jaar tijd twee Champions League‑finales gespeeld. Dat is toch ook iets om trots op te zijn. Inmiddels ben ik dat wel. Ja, ik ben best trots op mezelf. Dat mag wel, toch?"
Reacties
Nog geen opmerkingen
Je moet ingelogd zijn om te reageren.