Het Nederlands elftal kan niet zonder Frenkie de Jong, zo concludeert Maarten Wijffels na de interlands van Oranje tegen Schotland en Duitsland. De middenvelder raakte een paar weken geleden in een wedstrijd van Barcelona geblesseerd aan zijn enkel en moest de eerste interlandperiode van dit kalenderjaar daardoor aan zich voorbij laten gaan.

Het afhaken van De Jong was een flinke streep door de rekening van de bondscoach. Koeman kon ook tijdens de voorgaande twee interlandperiodes geen beroep doen op de middenvelder. Een verstuikte enkel gooide in oktober en november ook al roet in het eten. Daardoor weet Koeman een kleine drie maanden voor de start van het EK in Duitsland nog steeds niet wat de ideale invulling van zijn middenveld is.

Lees ook: Van Dijk heeft na verlies vooral te doen met één speler

“Oranje oefende van alles en probeerde het nodige uit, maar ook deze interlandperiode bracht wéér geen antwoord op de vraag: wie past het beste als speler naast Frenkie de Jong?”, schrijft Wijffels in zijn analyse in het Algemeen Dagblad. “In het eerste jaar van het tweede ‘Kabinet-Koeman’ speelde De Jong slechts in vier interlands. De rest van de tijd ontbrak hij door blessures. Er is zoveel om benieuwd naar te zijn: hoe loopt het als De Jong en Tijjani Reijnders met elkaar zouden samenspelen? Wat als De Jong en Jerdy Schouten een koppel vormen met Reijnders ervoor?”, vraagt de verslaggever zich af.

In de thuiswedstrijd tegen Schotland speelde Reijnders op de plek van De Jong. Dat deed de middenvelder van AC Milan zeer verdienstelijk. Hij liet zich met een doelpunt en een assist vooral in de laatste fase van het veld gelden, waar De Jong juist in de eerste opbouwfase van onschatbare waarde is voor Oranje. Koeman zal daarom met extra veel aandacht hebben gekeken naar het optreden van Joey Veerman tegen Duitsland. “Zijn De Jong en Veerman als duo te weinig complementair, of zouden die twee tóch samen kunnen zoals De Jong en Davy Pröpper samenspeelden in Koemans’ eerste termijn?”, schrijft Wijffels.

Lees ook: Kraay ziet speler op 42-jarige leeftijd nog in Oranje spelen

De interlandperiode maakte één ding in elk geval duidelijk, stelt Wijffels: De Jong niet opstellen is géén optie. “Dat bewees de wedstrijd tegen Schotland. Ook op mindere of zelfs slechte dagen is De Jong een speler die a): altijd de bal blijft vragen en b): die in bezit houdt en doorspeelt naar dezelfde kleur. Klinkt simpel, maar zo simpel blijkt het vaak niet te zijn”, zo klinkt het.