Wouter Burger droomt van debuut in Oranje: 'Ik moet lekker doorknallen'

Wouter Burger hoopt stiekem op een uitnodiging voor het Nederlands elftal. De middenvelder maakt dit seizoen veel indruk bij TSG 1899 Hoffenheim. Burger is inmiddels een onbetwiste basisspeler in de Bundesliga en kreeg onlangs ook veel lof van Süleyman Öztürk.

Afgelopen zomer maakte Burger voor vier miljoen euro de overstap van het Engelse Stoke City naar TSG 1899 Hoffenheim. Bij de Duitse subtopper was hij tot dusver in dertien officiële wedstrijden goed voor vier doelpunten en vijf assists. "Ik ben tijdens mijn voetbalcarrière nog nooit zo gelukkig geweest", vertelt hij in gesprek met ESPN. "In ons systeem speel ik heel erg box-to-box. Bij mijn vorige clubs stond ik meer verdedigend, maar hier word ik heel erg gepusht om in het zestienmetergebied te komen."

Burger: "Ik merk dat ik steeds vaker op de goede plek kom om goals te maken. Dat heeft te maken met een stukje bewustwording in combinatie met onze speelstijl. De puzzelstukjes vallen allemaal op de goede plek. Elke wedstrijd is fantastisch. Ik heb met Stoke City twee jaar tegen degradatie gevoetbald, dat is natuurlijk niet het allerleukst." De rechtspoot speelde in de jeugd van Feyenoord, maar brak vervolgens nooit écht door in het eerste elftal. Vervolgens maakte hij de stap naar FC Basel. "Toen ik naar Zwitserland ging, was ik op zoek naar een plek waar ik minuten kon gaan maken en kon rijpen. En die kans kreeg ik daar."

Wouter Burger in Oranje?

Nu droomt Burger van een debuut bij het Nederlands elftal. "Maar de concurrentie is groot", zo realiseert hij zich. "Met Oranje op een WK spelen is natuurlijk een droom. Er kan nog veel gebeuren tot maart, als er weer interlands zijn. Ik moet nu gewoon lekker doorknallen, zodat ik nog meer opval. En dan gaan we het zien." De middenvelder debuteerde op 15 november 2021 wel al voor Jong Oranje. In een EK-kwalificatieduel met Jong Gibraltar (0-7 winst) maakte hij zijn eerste minuten. Uiteindelijk speelde hij tien jeugdinterlands. De overstap naar het ‘grote’ Oranje bleef vooralsnog echter uit.