Assistent-trainer Marco van Basten kijkt bij afwezigheid van Oranje noodgedwongen op de bank naar het EK en ziet veel goede dingen. Dingen die hij absoluut niet bij het Nederlands elftal ziet, zo maakt hij maar weer eens duidelijk in zijn column voor Voetbal International.

“In Nederland is een hele generatie opgegroeid met het zogenoemde panna-voetbal, waarbij het niet gaat om het pure verdedigen of functioneel passeren van een tegenstander in de richting van het doel”, sneert Van Basten. “Het zijn artiesten geworden die een kunstje doen. Een mannetje door de benen spelen is de norm, maar dat is een ander fenomeen.”

Dat is bij landen als Kroatië, Tsjechië en Spanje heel anders, vindt San Marco. “Los van het feit dat de voetballers technisch goed onderlegd zijn, hebben zij de natuurlijke leerschool doorlopen. Ze kunnen samen verdedigen en aanvallen. Ze weten wanneer je kort moet dekken of juist positioneel, want dat is echt een vak apart”, aldus de voormalig stervoetballer.

Van Basten zegt dat het allemaal te maken heeft met ‘intrinsieke motivatie’. “De vraag is: hoe graag wil je winnen?”, verklaart hij. “Als je bereid bent te investeren, komt de focus. En daarna de oefening, elke dag opnieuw. In de eerste plaats moet dat besef er zijn. Het gaat om de richting, niet om het kunstje. Dat malle panna-gedoe is niet erg goed geweest voor de ontwikkeling van onze voetballers. Met die erfenis zitten we nu mooi opgescheept.”