In een verrassende wending heeft de Hoge Raad bepaald dat de juridische strijd tussen Stefan de Vrij en zijn ex-zaakwaarnemersbureau Sports Entertainment Group (SEG) opnieuw bekeken moet worden. SEG reageert 'opgelucht' op deze uitspraak, zo meldt De Telegraaf.
De Hoge Raad is van mening dat de rechtbank de schadevergoeding onvoldoende heeft onderbouwd, waardoor grote delen van de zaak opnieuw behandeld moeten worden. De kwestie draait om de transfer van de centrale verdediger in 2018 van Lazio Roma naar Internazionale. SEG bemiddelde bij deze overgang en ontving een provisie van 9,5 miljoen euro van de Italiaanse club. De Oranje-international stelt dat hij niet op de hoogte was gesteld van deze vergoeding, iets dat volgens hem wel had gemoeten.
Rechter gaf De Vrij gelijk
In 2022 oordeelde de rechter dat het sportmanagementbureau inderdaad tekort was geschoten in hun mededelingsplicht en kende de oud-Feyenoorder een schadevergoeding van 5,2 miljoen euro toe. SEG slaagde er destijds niet in om aan te tonen dat er eerlijk en transparant was gehandeld.
Hoge Raad vindt schadevergoeding onvoldoende onderbouwd
Maar nu heeft de Hoge Raad bepaald dat de rechtbank de schadevergoeding onvoldoende heeft onderbouwd. Dit betekent dat grote delen van de zaak opnieuw behandeld moeten worden. Een nieuwe fase in deze langdurige juridische strijd is hiermee aangebroken.
De Vrij had een beter salaris kunnen bedingen
Volgens het managementbureau was hun rol enkel het bijstaan van Internazionale en was er geen overeenkomst meer met de Nederlander. De voetballer is van mening dat hij een beter salaris had kunnen bedingen als hij volledig op de hoogte was geweest van de rol van SEG. Hoe deze herziening afloopt, is nog maar de vraag. De zaak gaat in ieder geval voorlopig nog even door.
Reacties
Nog geen opmerkingen
Je moet ingelogd zijn om te reageren.